Savannah katten en de Positieflijst 2024 – wat je moet weten
Nieuwe regels voor het houden van Savannahs in Nederland
Op 1 juli 2024 is in Nederland de Huis- en Hobbydierenlijst in werking getreden, beter bekend als de Positieflijst. Deze lijst bepaalt welke zoogdiersoorten nog als huisdier gehouden mogen worden. Voor liefhebbers van exotische dieren en in het bijzonder de Savannah kat heeft dit verstrekkende gevolgen.
De wet maakt een onderscheid tussen vroege en latere generaties van de Savannah, wat betekent dat niet alle Savannahs nog vrij mogen worden gehouden of gefokt.
Wat houdt de Positieflijst in voor de Savannahkat??
De Positieflijst geeft aan welke zoogdieren legaal als huisdier gehouden mogen worden. Dieren die niet op deze lijst staan, mogen niet meer gefokt, verhandeld of aangeschaft worden. De overheid beschouwt vroege generaties van de Savannah (de F1 t/m F4) als hybride dieren met wilde eigenschappen, vergelijkbaar met de Afrikaanse serval. Daarom vallen deze generaties onder een verbod. Alleen wie al vóór 1 juli 2024 zo’n dier bezat, mag het blijven houden, maar zonder de mogelijkheid tot fokken of verkoop, herplaatsen mag wel.
Latere generaties, vanaf F5, worden als volledig gedomesticeerd beschouwd en mogen zonder beperkingen worden gehouden en gefokt. Voor deze katten gelden dus géén beperkingen onder de nieuwe wet.
Wettelijke regels voor Savannah katten per generatie
De wet maakt een duidelijk onderscheid tussen vroege generaties Savannah katten (F1 t/m F4) en latere generaties (F5 en verder):
F1 t/m F4 Savannahs:
Worden beschouwd als hybride dieren met wilde genen en vallen juridisch onder dezelfde regels als de Afrikaanse serval.
- Sinds 1 juli 2024 verboden om mee te fokken, te kopen of te verkopen.
- Mogen alleen worden gehouden als ze vóór deze datum al in bezit waren.
- Fokken blijft verboden, ook bij bestaande koppels.
- Herplaatsen is toegestaan, mits de overdracht correct verloopt.
F5 en latere generaties Savannahs:
Deze worden wettelijk erkent als volledig gedomesticeerde katten.
- Vrij toegestaan om te houden, fokken en verkopen.
- Er gelden geen import of verkoopverboden
Overgangsregeling voor bestaande eigenaren
Had je al vóór 1 juli 2024 een F1–F4 Savannah in huis? Dan mag je het dier houden tot aan zijn natuurlijke dood, zolang je kunt aantonen dat het dier vóór die datum jouw eigendom was. Een aankoopbewijs, registratie bij de dierenarts of microchip is hierbij voldoende. Herplaatsing is toegestaan, maar enkel onder de voorwaarde dat de nieuwe eigenaar zich ook aan de regels houdt. Fokken blijft in alle gevallen verboden, ook bij bestaande koppels.
Zijn er uitzonderingen of ontheffingen mogelijk?
Hoewel er in theorie ontheffingen kunnen worden aangevraagd, zijn die alleen bedoeld voor erkende instellingen zoals dierentuinen, gespecialiseerde opvangcentra of onderzoeksinstellingen. Voor gewone huisdiereigenaren is een ontheffing bijna nooit mogelijk. En het aanvragen kost bovendien geld en tijd, zonder garantie dat het wordt goedgekeurd.
Wat moet je doen als je een Savannah kat wilt aanschaffen?
Als je een Savannah wilt aanschaffen, is het belangrijk dat je goed op de hoogte bent van de geldende regels. Alleen katten van de vijfde generatie of later dus F5 of hoger mogen nog vrij worden gehouden, gefokt en verkocht. Vraag daarom altijd naar officiële documentatie waarin staat welke generatie de kat is. Een stamboom of een ander bewijs van afstamming kan hierbij duidelijkheid geven.
Zorg ervoor dat je koopt bij een erkende fokker die open en transparant is over de afkomst, verzorging en leefomstandigheden van zijn dieren. Een betrouwbare fokker kan bovendien aantonen dat het dier correct is gechipt en geregistreerd, wat ook belangrijk is voor jouw eigen gemoedsrust én om juridische problemen te voorkomen. Door goed onderzoek te doen en alleen bij betrouwbare adressen een kat aan te schaffen, voorkom je dat je onbedoeld een dier koopt dat onder het verbod valt en daarmee mogelijk in strijd met de wet handelt.
Waarom is de Savannah kat gedeeltelijk verboden door de overheid?
Er is veel kritiek op het besluit van de overheid om de F1–F4 Savannahs onder het verbod te laten vallen. Opvallend is dat er geen specifiek onderzoek is gedaan naar de Savannahkat zelf. In gesprekken met instanties als het RVO en de NVWA blijkt dat het oordeel vooral is gebaseerd op kenmerken van de Afrikaanse serval, het wilde dier waaruit de eerste generaties van de Savannah zijn voortgekomen.
Maar een Savannahkat is geen serval. Waar de serval een wild dier is met een gewicht van zo’n 15 kg en een uitgesproken jachtinstinct, zijn Savannahs zeker vanaf de derde generatie al sterk aangepast aan het leven als huisdier. Ze zijn sociaal, opgevoed in een huiselijke omgeving en vaak nauwelijks te onderscheiden van gewone raskatten wat betreft gedrag.
Door de Savannahkat juridisch op één lijn te zetten met een serval, wordt voorbijgegaan aan de complexiteit van genetica en domesticatie. En dat zorgt niet alleen voor verwarring, maar ook voor oneerlijkheid richting fokkers, eigenaren én de dieren zelf.
Gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing
De onderbouwing van het besluit ontbreekt grotendeels. De Positieflijst is gebaseerd op een algemene risicobeoordeling, waarin Savannahs als groep worden ingedeeld onder ‘wilde of hybride dieren’, zonder onderscheid tussen generaties. Er is geen gebruikgemaakt van concrete data over het gedrag, welzijn of de fok eigenschappen van Savannahkatten. Ook ontbreekt vergelijkend onderzoek naar verschillen tussen generaties. Hierdoor lijkt het beleid vooral gestoeld op aannames, in plaats van op feitelijke kennis of ervaring.
Savannahkat is geen serval
De aanname dat een Savannahkat simpelweg een serval is, klopt niet. Hoewel de eerste generatie (F1) nog een hoog percentage serval-genen heeft, neemt dit percentage met elke generatie sterk af. Vanaf de derde generatie vertonen Savannahs gedrag dat vergelijkbaar is met dat van gewone huiskatten: ze zijn sociaal, gewend aan mensen en functioneren prima als huisdier.
Door geen onderscheid te maken tussen vroege en latere generaties, wordt het domesticatieproces genegeerd. Hierdoor vallen zelfs sociaal aangepaste katten onder een verbod dat eigenlijk bedoeld lijkt te zijn voor ongedomesticeerde wilde dieren.
Een gemiste kans
Het algemene verbod op de generaties F1 tot en met F4 treft niet alleen verantwoordelijke fokkers, maar ook eigenaars die hun dieren liefdevol verzorgen. Bovendien plaatst het de dieren zelf onterecht in de categorie ‘gevaarlijke wilde dieren’, terwijl ze in de praktijk vaak het tegendeel bewijzen.
Het beleid mist nuance en houdt geen rekening met de dagelijkse realiteit van fokkers en kattenbezitters. In andere landen worden Savannahs, afhankelijk van hun generatie, wél geaccepteerd als huisdieren, wat aantoont dat deze dieren goed als huisdier te houden zijn.
Slotgedachte
Hoewel het begrijpelijk is dat de overheid bepaalde diersoorten wil reguleren vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en veiligheid, is het in het geval van de Savannahkat zorgwekkend dat er geen specifiek en onderbouwd onderzoek aan het besluit ten grondslag ligt. Het gelijkstellen van een F4 Savannahkat aan een 15 kg zware serval is niet alleen wetenschappelijk onjuist, maar ook onrechtvaardig tegenover de dieren én hun verantwoordelijke eigenaren.
Een beleid dat rekening houdt met generatieverschillen, gedrag en praktijkervaring zou niet alleen eerlijker zijn, maar ook beter aansluiten bij een diervriendelijk en realistisch overheidsbeleid.